Jesu meine Freude

Een kennismaking met de levendige polyfone muziek van Schütz en van de jongere componistencollega's van de familie Bach. Het oeuvre van Johann Sebastian Bach is ondenkbaar zonder hen.

Met Geistliche Chormusik 1648 laat de oude meester Heinrich Schütz zien hoe het mogelijk is om levendige polyfone muziek in een zuivere contrapuntstijl te schrijven zonder de heilige regels van de zestiende-eeuwse compositie te overtreden.

De vier- tot zesstemmige gezangen, allen begeleid door de basso continuo, waren bedoeld voor gebruik in kerkdiensten en behoren tot de schatten van de zeventiende-eeuwse Midden-Duitse vocale muziek. De werken die in het programma aan bod komen, combineren twee stijlen uit de vroege barok: de polyfone gewijde motetten en de wereldlijke madrigalen.

In het motet Jesu meine Freude neemt Bach stijlelementen over van zijn oudere collega en diens familie. Hij brengt zo het genre van het gewijde madrigaal tot stralende perfectie. Dankzij de heldere uitvoering ervaar je de kunstige structuren van deze werken en laat je je meeslepen door de expressieve stijlmiddelen in de geest van Monteverdi.

Programma
Johann Sebastian Bach Jesu meine Freude, BWV 227
Heinrich Schütz Die Himmel erzählen die Ehre Gottes, SWV 386
Heinrich Bach, Johann Michael Bach, Johann Christoph Bach, Johann Michael Bach, Johann Ludwig Bach